Leven er nu nog mensen van wie een grootvader is geboren voor 1800? Deze op het eerste gezicht absurde vraag krijgt realistische contouren wanneer we bedenken dat Wolfgang Wagner (gest. 2010) een kleinzoon was van Richard Wagner, die was geboren in 1813.
Zo’n directe band met het verleden
is fascinerend. Vandaar deze ‘jacht’ op een grootvader die werd
geboren ten tijde van de Bataafse Republiek (1795-1801) -- ruim
voor
Waterloo, de stoomtrein en Hildebrands ‘‘Camera Obscura’’.
Een doorslaggevend antwoord op de ‘opavraag’ kwam van Gerrit Bloothooft van de Universiteit Utrecht, die onder meer werkt aan een historische basisadministratie van personen. Bloothooft zocht samen met David Onland in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) de vroegst geboren mannen met een levend kind op 1 januari 2011 (zijn selectiedatum van de GBA). Het bleek dat er 37 personen zijn van wie de vader voor 1850 was geboren; de oudste was van 1838. Van een andere vader, geboren in 1839, bleek uit Genlias, de online toegang tot historische akten van de burgerlijke stand, dat diens vader in 1796 geboren was. Raak! Dit reikt niet helemaal tot juli 2012, maar omdat 1796 drie jaar speling biedt, is het goed genoeg.
De selectie groeit tot 367 personen als we de geboortegrens van de vader bij 1860 leggen, maar bij de meerdere 330 personen moet de vader dan wel minstens ouder dan 50 jaar zijn. Op grond van deze bevindingen en de bekende percentages vaders uit bepaalde leeftijdsgroepen schatten Bloothooft en Onland dat er in Nederland nog rond de zeven mensen een grootvader uit de 18de eeuw hebben. Namen mogen ze in dit verband echter niet noemen.
Een doorslaggevend antwoord op de ‘opavraag’ kwam van Gerrit Bloothooft van de Universiteit Utrecht, die onder meer werkt aan een historische basisadministratie van personen. Bloothooft zocht samen met David Onland in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) de vroegst geboren mannen met een levend kind op 1 januari 2011 (zijn selectiedatum van de GBA). Het bleek dat er 37 personen zijn van wie de vader voor 1850 was geboren; de oudste was van 1838. Van een andere vader, geboren in 1839, bleek uit Genlias, de online toegang tot historische akten van de burgerlijke stand, dat diens vader in 1796 geboren was. Raak! Dit reikt niet helemaal tot juli 2012, maar omdat 1796 drie jaar speling biedt, is het goed genoeg.
De selectie groeit tot 367 personen als we de geboortegrens van de vader bij 1860 leggen, maar bij de meerdere 330 personen moet de vader dan wel minstens ouder dan 50 jaar zijn. Op grond van deze bevindingen en de bekende percentages vaders uit bepaalde leeftijdsgroepen schatten Bloothooft en Onland dat er in Nederland nog rond de zeven mensen een grootvader uit de 18de eeuw hebben. Namen mogen ze in dit verband echter niet noemen.
(De vraag, die oorspronkelijk was
gesteld door Jaap Engelsman, werd door Nicoline van der Sijs
voorgelegd aan Gerrit Bloothooft; zie ook: Karel Knip, ‘De
pre-waterloo-opa’, in ‘‘NRC Handelsblad’’ 14-1-2006.)